Oogproblemen – Kerato-conjunctivitis sicca (KCS)
We spreken van KCS (Kerato-conjunctivitis sicca) wanneer we te maken hebben met een vermindering van de waterige fractie van de tranen. Hierdoor zullen de ogen bedekt worden met een eerder slijmerige traan dan een mooi waterige zoals bij normale honden. Deze slijmerige tranen verhinderen een mooi glijden van de oogleden over het hoornvlies en zal ook de voeding van dit hoornvlies in het gedrang brengen waardoor er beschadigingen kunnen ontstaan en er ook donkere pigmenten kunnen vormen in het hoornvlies wat het zicht ernstig zal verstoren tot volledig doen verdwijnen.
Het typisch beeld dat we hebben bij KCS zijn honden met een slijmerig tot korstige laag op het oog en dikwijls slijmerige ophoping in de haren rondom de ogen. KCS komt zowel voor bij honden als bij katten en wordt zeer vaak gezien bij Shih-Tzu, Lhasa Apso, Yorkshire Terriër, West Highland White Terrier,…
KCS kan aangeboren zijn, vaak zou het immuunsysteem een rol spelen doordat het zich hier lokaal tegen de traanklieren richt en zo de vochtige fractie van de tranen amper nog gevormd wordt. Soms kan KCS ook voorkomen bij dieren die eerst een Cherry eye gehad hebben en waarbij de klier is weggenomen (daarom is het tegenaangewezen om dit te doen).
De diagnose wordt gesteld door de traanproductie te meten. Dit gebeurt aan de hand van een Schirmer tear test. Dit is een klein vloeipapiertje met streepjes en een inktstreep op. Dit papiertje zal vocht absorberen van de basis naar de punt en zo de inkt doen uitlopen in dezelfde richting. Hoe meer traanvocht, hoe verder de inktstreep zal uitkomen in 1 minuut. Bij KCS patiënten zien we dat de streep niet ver komt.
De behandeling van deze aandoening is niet altijd een evidentie. Kunsttranen kunnen aangewend worden in een poging om de ogen vochtig te houden maar deze dienen dan ook zeer frequent aangebracht te worden. Vaak wordt geprobeerd met een lokale immuun-wijzigende zalf die ook de traanklieren wat zal stimuleren. Er zijn 2 soorten van deze zalven beschikbaar. De ene patiënt reageert beter op de ene, de andere op de andere. Uitzonderlijk kan getracht worden om pilocarpine druppels in de mond te geven maar dit geeft behoorlijk wat neveneffecten.
Soms moet een andere weg gevonden worden om het oog te bevochtigen en dit kan bijvoorbeeld ook door operatief de afvoerweg van de speekselklier los te maken en deze om te leiden naar het oog. Deze techniek heeft zijn voor-en nadelen. Het helpt de ogen vochtig te houden maar aangezien speeksel en tranen toch verschillend zijn kunnen we soms een kristalneerslag krijgen op het oog. Ook bij eten wordt er een overvloedige hoeveelheid speeksel geproduceerd waardoor dit ook langs het oog af zal lopen en mogelijk huidirritatie zal veroorzaken.
Bij elke behandeling is het voornaam om de traanproductie goed op te volgen.