Voedingsinformatie voor konijn

Er bestaan veel misverstanden voer een gezonde voeding voor konijnen. Vroeger werden konijnen zelden als gezelschapsdiergehouden. Men kweekte konijnen voor het vlees, ze moesten op korte tijd sterk in gewicht toenemen en daarvoor werden speciale konijnenvoeders (korrels) ontwikkeld. Dit is voeder dat heel snel wordt opgegeten. In het wild zijn konijnen ongeveer 8 uur per dag bezig met eten, de tanden worden daardoor meer gebruikt.

Sinds enkele jaren worden konijnen meer en meer als gezelschapsdier gehouden net zoals honden en katten. Vanuit commercieel standpunt worden de konijnenvoeders van vroeger aangewend om gezelschapskonijnen te voederen. De meeste konijnen krijgen hiervan een te grote hoeveelheid en worden daardoor snel te dik. Niet alleen om overgewicht te vermijden, maar vooral om de gezondheid van de tanden en de darmen is het beter om een aangepaste voeding te geven. We willem immers onze troetels zo lang mogelijk houden…
Hooi en gras zijn de belangrijkste onderdelen van een gezonde voeding. Het moet goed gekauwd worden, daardoor slijten de tanden gelijkmatig af. De normale darmflora wordt, dankzij de vezels, in stand gehouden. Geef best hooi van hoge kwaliteit (bijvoorbeeld timothy hooi). Niet-gevaccineerde konijnen kunnen besmet worden (myxomatose en RHD) via groenvoer afkomstig van plaatsen waar wilde konijnen zitten, hou hier rekening mee!
Op de tweede plaats zijn groenten en paardenbloemen (+ blaadjes) noodzakelijk voor een goede gezondheid. In sommige omstandigheden is het nodig om tijdelijk enkel hooi te geven (o.a. bij diarree, jonge konijntjes die pas bij de moeder weg zijn,…)
Op de derde plaats komt fruit. Ze vinden het meestal erg lekker, maar geef het in kleine hoeveelheden anders kan het diarree of gasvorming in de darmen veroorzaken. Fruit bevat veel suikers en deze zijn zeker te mijden voor konijnen.
Als laatste in de rij vermelden we de korrels (het commerciële konijnenvoer). Deze mogen in kleine hoeveelheden (maximum 25 gram per kg per dag) gegeven worden. Ze lusten het erg graag, maar we moeten het beschouwen als een extraatje.

Tip: introduceren van nieuwe voeding moet geleidelijk gebeuren. Geef bijvoorbeeld de eerste keer één blaadje witloof en wacht af of de keutels goed blijven. Bij platte ontlasting bestaat de kans dat uw konijntje een bepaald voeder niet goed verdraagt.

Groenten die WEL mogen: gras, paardenbloed/suikerrij, selder, witloof, wortels + loof, andijvie, waterkers, radijs, kleine beetjes broccoli (enkel bloem of blaadjes) en komkommer.

Groenten die NIET mogen: aardappels, koolsoorten, bonen, ajuin.

Fruit in kleine hoeveelheden! (appel, peer, banaan, kiwi, druifjes…)

U geeft beter geen brood. Voor mensen bevat dit veel nuttige vezels, maar brood bestaat uit meer dan dat! In konijnendarmen is de kans groot dat het gaat gisten.

Takjes van wilgen en fruitbomen zijn leuk om op te knagen!

Voedingssupplementen zoals mineraalsteentjes en vitaminen zijn niet nodig. Ze belasten de nieren te veel en mogen enkel toegediend worden onder toezicht van de dierenarts.

Vroeger werd ananassap aangeraden om haren te verteren. Intussen is bekend dat ook hierin te veel enkelvoudige suikers aanwezig zijn. Een gezond konijn is in staat om de haren via de ontlasting te verwijderen. Langharige konijnen worden best geregeld gekamd zeker tijdens de ruiperiode.