Spoelwormen
Inleiding
Binnen het wereldje van de inwendige parasieten krijgen de spoelwormen (ascariden) over het algemeen weinig aandacht. Ze worden niet echt (meer) beschouwd als erg gevaarlijk voor de gezondheid van uw paard – zoals het geval is bij de grote en de kleine strongyliden, en zijn op dit ogenblik geen ‘hot item’ zoals de lintwormen. Toch mag de bestrijding van deze wormen niet over het hoofd worden gezien. De ascariden kunnen, vooral bij jonge paarden, ernstige problemen veroorzaken gaande van lusteloosheid, over groeivertraging en vermageren, tot mogelijks fatale aanvallen van koliek.
Wat zijn spoelwormen?
Ascariden behoren tot een familie van wormen die bij een groot aantal zoogdieren, ook de mens, voorkomen. Ze zijn meestal diersoortspecifiek en gaan niet over van de ene diersoort naar de andere. De spoelworm die voorkomt bij paarden, maar ook bij ezels en zebra’s, wordt Parascaris Equorum genoemd. De volwassen worm kan gemakkelijk tot 30 cm lang worden en is zo dik als een potlood. Omwille van zijn grootte was het ook één van de eerste wormsoorten die werden geindentificeerd. Ze kunnen worden opgemerkt in de mest van paarden, zeker nadat een geschikt wormmiddel werd toegediend.
Cyclus
De volwassen vrouwelijke worm, die gewoonlijk rondhangt in de dunne darm van het paard, produceert honderdduizenden eitjes per dag, die samen met de mest in de stal of op de weide worden gedeponeerd.
Afb. 1: Wormei van Parascaris Equorum
Deze eitjes zijn omringd door een kleverige slijmlaag, die ze beschermd tegen uitdroging en ook tegen vorst. Binnenin het eitje ontwikkeld zich een larve en als de omstandigheden gunstig zijn kan de larve in het eitje zelfs gedurende tientallen jaren besmettelijk blijven voor het paard. Vandaar alvast het belang om de mest meerdere keren per week uit de weide en paddocks te verwijderen. Nadat het een paard de eitjes, samen met gras of op een andere manier, via de mond heeft opgenomen, komt de larve vrij in de dunne darm. Van hieruit gaat dfe larve een ‘wandelingetje’ maken door het lichaam van uw paard. Ze boort zich door de darmwand, komt in de lever terecht, blijft hier ongeveer een weekje logeren, terwijl ze zich verder ontwikkeld. Daarna migreert ze verder naar de longen, doorboort de longblaasjes en klimt van hieruit langzaam op tot de bronchen, de luchtpijp en de keel. Eens in de keel aangekomen worden de larven ingeslokken, passeren de maag en belanden terug in de dunne darm waar ze uitgroeien tot volwassen wormen. En de vrouwelijke wormen beginnen opnieuw eitjes te produceren. Hiermee is de cyclus rond. Vanaf de opname van eitjes via de mond tot het verschijnen van nieuwe eitjes in de mest duurt 10 á 12 weken.
Na herhaalde infecties met spoelwormen begint een paard weerstand op te bouwen tegen deze wormen. Gelukkig maar. Dit wil echter wel zeggen dat paarden zonder deze weerstand, met name jonge paarden, de meeste problemen zullen ondervinden. Bij volwassen paarden vindt men uiterst zelden grote aantallen spoelwormen in de darm of spoelwormeitjes in de mest. Bij veulens kunnen echter soms meer dan honderd van deze volwassen spoelwormen worden aangetroffen in de darm.
Wat doen spoelwormen?
De gevolgen van spoelworminfestaties varieren sterk naargelang het stadium waarin en de plaats waar de spoelwormen zich bevinden en vooral het aantal parasieten dat aanwezig is. Grote aantallen wormen in de dunne darm kunnen groei achterstand of zelfs vermageren veroorzaken. We hebben allemaal al wel eens een veulen gezien met een zogenaamde ‘wormbuik’: mager op de ribben maar een opgezette doorgezakte buik; een alomgekend fenomeen. Dit gaat vaak gepaard met een lange ruwe vacht en lusteloosheid. Tijdens de migratie van de larven door de longen kunnen ook symptomen ontstaan van koorts, neusuitvloei en hoesten.
Afb.2: Volwassen spoelwormen blokkeren de dunne darm van een veulen
Erger wordt het als het veulen ook nog koliek doet ten gevolge van deze wormen. Indien een groot aantal wormen aanwezig zijn in de darmen, is het niet ondenkbaar dat de wormen op een bepaalde plaats in de dunne darm gaan ‘samenscholen’ en een volledige blokkade van de darm veroorzaken. Zeker na ontworming, waarbij binnen de 24 uur koliek ontstaat, moet met deze mogelijkheid rekening gehouden worden. Een chirugische ingreep is dan vaak noodzakelijk. Het kan zelfs gebeuren dat de darm, ten gevolge van deze obstuctie, doorscheurt nog voor operatief kan ingegrepen worden.
Hoe te behandelen?
We kunnen ervan uitgaan dat alle veulens en jonge paarden in meerdere of mindere mate besmet zijn met Parascaris Equorum. Bestrijding vanaf jonge leeftijd is dan ook noodzakelijk. Wanneer een veulen al op zijn eerste levensdag eitjes van Parascaris Equorum zou opnemen, wat helemaal niet denkbeeldig is, dan kan het reeds voor het 10 weken oud is, volwassen wormen in zich dragen. De eerste ontworming tegen Parascaris Equorum wordt dus best gegeven op de leeftijd van 2 maanden. Er staan ons verschillende ontwormingsmiddelen ter beschikking die de volwassen spoelwormen bij het paard kunnen bestrijden. Andere zijn ook actief tegen de larvaire vormen. Hier volgt een kort bespreking.
- Fenbendazole: hoewel één van de oudste ontwormingsmiddelen op de markt, is het nog steeds één van de beste bestrijdingsmiddelen voor Parascaris Equorum. Let wel: de dosering voor Parascaris Equorum ligt dubbel zo hoog als voor andere wormen. Vermits dit product niet werkzaam is tegen de larven van de spoelwormen moet herhaling gebeuren binnen de 58 dagen of sneller, afhankelijk van de ernst van de infestatie.
- Pyrantel: eveneens zeer goed actief tegen volwassen Parascaris Equorum. Het is ook, als enige, actief tegen de larven die juist uit het eitje komen in de dunne darm maar het zou hiervoor wel dagelijks moeten gegeven worden (als dagelijks toe te dienen ontwormingsmiddel in de handel in de U.S.A.). Herhaling: zelfde opmerking als bij fenbendazole.
- Ivermectine: zowel actief tegen volwassen wormen als tegen de migrerende larven in de lever en de longen. Er werd echter reeds herhaalde malen melding gemaakt van resistentie van Parascaris Equorum tegen ivermectine maar verder onderzoek is noodzakelijk om dit te bevestigen. Indien er resistentie bestaat, dan zou dit kunnen verklaren waarom de er laatste tijd meer en meer ernstige gevallen van Parascaris Equorum infestaties worden vastgesteld bij veulens en jonge paarden die toch regelmatig ontwormd werden met ivermectine. Het namelijk een veel gebruikt ontwormingsmiddel, omwille van de veiligheid, ook bij veulens. Indien gen resistentie bestaat, dient het product slechts om de 60 dagen te worden herhaald.
- Moxidectin: evenals ivermectine zeer actief tegen volwassen spoelwormen en zijn larvaire stadia maar het gebruik wordt afgeraden bij veulens.
Om uit te maken wel product het meest geschikt is voor uw paarden, kunt u best uw dierenarts raadplegen. Ook de termijn van herhaling van het ontwormen wordt best in overleg met uw dierenarts bepaald.
Zoals reeds vermeld kunnen Parascaris Equorum wormen samenklitten en een volledige verstopping veroorzaken van de dunne darm, zeker na het toedienen van een ontwormingsmiddel actief tegen deze parasiet. Wanneer er een vermoeden bestaat van een ernstige Parascaris Equorum infestatie, waarvan de symptomen hoger beschreven werden, dan is voorzichtigheid geboden. Het wordt aangeraden in eerste instantie te trachten slechts een gedeelte van de spoelwormpopulatie te doden om blokkage te voorkomen. Bij de meeste ontwormingsmiddelen is niet onderzocht of dit mogelijk is. Gelukkig werd beschreven dat bij het toedienen van fenbendazole aan halve dosering ongeveer de helft van de spoelwormen worden gedood. Hoewel dit geen garantie inhoudt, zou op deze manier een verstopping kunnen zorden voorkomen. Na 1 week kan dan opnieuw worden ontwormd met de volle dosis fenbendazole of met een ander effectief ontwormingsmiddel.
Hoe de risico’s verminderen
Groot belang moet ook worden gehecht aan het beperken van de opname van spoelwormeitjes. Zoals hierboven reeds aangehaald is de best methode hiervoor, het regelmatig verwijderen van mest uit weiden en paddocks. Ook kan opname van wormeitjes worden verminderd door de dieren zo weinig mogelijk bij te voederen op de grond. Stallen die opgebouwd zijn uit niet poreus materiaal kunnen gereinigd worden door middel van een hogedruk reiniger. Toevoegen van desinfecterende chemische stoffen is hierbij weinig zinvol vermits de spoelwormeitjes, omwille van hun ‘coating’ hiervoor weinig of niet gevoelig zijn
Spoelwormen vormen een beetje een vergeten groep van wormen bij paarden. Waar vroeger, met de oudere ontwormingsmiddelen, spoelworminfecties grotendeels werden tegengegaan, ziet men dat, mogelijks door resistentie tegen sommige nieuwere en veelgebruikte producten, deze wormen opnieuw de kop opsteken, voornamelijk bij veulens en jonge paarden tot ongeveer 1,5 jaar oud. Zorgvuldig gekozen ontwormingsproducten en tijdstip van ontwormen zijn noodzakelijk om dit probleem te bestrijden maar het is eveneens noodzakelijk voldoende aandacht te besteden aan het voorkomen van de spoelworminfestaties door hygienische maatregelen.
Marc Van Eemeren